Miljoenen schoolboeken in de kliko: Hoog tijd voor een duurzamer onderwijssysteem

duurzamer onderwijssysteem

Aan het einde van elk schooljaar verdwijnen in Nederland miljoenen schoolboeken in de papierbak. Niet omdat ze versleten zijn, maar omdat ze volgend jaar niet meer gebruikt mogen worden. De Tweede Kamer spreekt inmiddels van een “wegwerpmodel” in het onderwijs dat leidt tot aanzienlijke milieuvervuiling. Wat is hier aan de hand en wat zijn de alternatieven? We leven in een tijd waarin duurzaamheid belangrijker is dan ooit en daar hoort een duurzaam onderwijssysteem bij.

 

Het LiFo-model

Het LiFo-model staat voor License In, Folio Out. Dit model wordt veel gebruikt door grote educatieve uitgeverijen in Nederland.

Hoe werkt het LiFo-model precies?

  • License In: Scholen kopen elk jaar een licentie voor digitaal lesmateriaal.
  • Folio Out: Bij die licentie hoort een fysiek leerwerkboek (folio) waarin leerlingen mogen schrijven.

Omdat leerlingen in het boek schrijven, is hergebruik uitgesloten. Elk schooljaar moeten er dus nieuwe boeken worden aangeschaft, ook al is de inhoud grotendeels hetzelfde.

Scholen gebruiken dit model, omdat uitgeverijen het LiFo-model promoten als gebruiksvriendelijk en actueel. Scholen hoeven hierdoor minder zelf te organiseren. Volgens de uitgeverijen is dit model voordelig, actueel en gebruiksvriendelijk. Echter in de werkelijkheid is het op termijn veel duurder en minder duurzaam, stelt onderwijsexpert Theo Witte van het ‘RED-Team Onderwijs’. “We gooien jaarlijks 60.000 kilo papier weg, alleen al binnen één schoolbestuur. Wat is dit voor een voorbeeld aan leerlingen in tijden van klimaatverandering?”

 

Waarom is het LiFo-model schadelijk voor ons milieu?

Het LiFo-model is praktisch, maar niet toekomstgericht. Jaarlijks bestellen scholen opnieuw en dat kost veel geld én grondstoffen. De productie van boeken vraagt papier, energie en transport. Veel boeken komen uit het buitenland. Elk jaar opnieuw drukken en verschepen verhoogt de CO₂-uitstoot enorm.

Wat is het probleem met dit model?

  • Het leidt tot milieuvervuiling: boeken worden jaarlijks weggegooid.
  • Het is op termijn duurder: elk jaar opnieuw kopen kost meer dan hergebruik.
  • Het beperkt de keuzevrijheid van docenten: zij zijn gebonden aan het materiaal van de uitgever.
  • Het bevordert niet-duurzaam gedrag bij leerlingen: zij zien leerboeken als wegwerpproduct.

 

Wat zegt de politiek?

De milieu-impact is groot. Veel schoolboeken worden in het buitenland gedrukt en jaarlijks naar Nederland vervoerd, wat leidt tot een aanzienlijke CO₂-uitstoot. Daar komt bij dat papierproductie, drukwerk en distributie energie en grondstoffen kosten. Voor boeken die maar één jaar meegaan, is dat nauwelijks te verantwoorden.

De VO-raad, docenten, ouders en Kamerleden uitten inmiddels felle kritiek op deze ontwikkeling. In een recente motie door een Kamermeerderheid wordt het kabinet gevraagd om het gesprek aan te gaan met de uitgeverijen en te werken aan duurzamere alternatieven.

Onderwijs vormt de toekomst en daar hoort een duurzaam systeem bij. Eén waarin we zuinig moeten omgaan met middelen en waarin leerlingen leren waarom duurzaam onderwijs belangrijk is.

 

Wat zijn de duurzame alternatieven?

Gelukkig zijn er wél opties die beter zijn voor het milieu én voor de schoolbegroting:

  • Boekenfonds 2.0: Hergebruik oude boeken. Met duidelijke afspraken blijven ze netjes. Vier jaar bruikbaar is realistisch én voordelig.
  • Volledig digitaal: Geen papier nodig. Actuele content en flexibel in gebruik.
  • Hybride werken: Combineer digitaal, herbruikbare boeken en werkboeken. Geef scholen echte keuzemogelijkheden.
  • Kiesvrijheid voor docenten: Laat docenten kiezen wat past bij hun klas. Geen verplichte pakketten meer van één uitgever, maar digitaal lesmateriaal met maatwerkmogelijkheden.

 

Tijd voor keuzes met impact

Het onderwijssysteem heeft een unieke kans om jongeren niet alleen kennis bij te brengen, maar ook om een voorbeeld te zijn in duurzaamheid. Het massaal weggooien van boeken is een signaal dat iets grondig misgaat. Door slimme keuzes te maken zoals het inzetten op digitaal en ruimte te bieden aan alternatieven, kunnen we het onderwijs groener, goedkoper en toekomstbestendiger maken.

 

Tip voor scholen

Onderzoek alternatieven buiten het LiFo-model. Denk aan herbruikbare boeken, volledig digitaal lesmateriaal, kleinere duurzame aanbieders of zelf ontwikkelde lesmethodes. Het is beter voor ons milieu en het schoolbudget.

 

Maak kennis met Slim Studeren VO

Ben je als docent op zoek naar digitaal lesmateriaal dat je kunt aanpassen aan jouw klas of groep? Dan biedt Slim Studeren VO precies wat je nodig hebt. Geen verplichte aanschaf van nieuwe boeken. Geen overbodige papierstroom. Wel actuele, digitale lessen met maatwerkmogelijkheden.

  • Kies zelf welke onderdelen je gebruikt;
  • Bouw je eigen leerlijn;
  • Werk digitaal én papierarm;
  • Voeg eenvoudig eigen opdrachten toe;
  • Laat leerlingen leren in hun eigen tempo.

 

Waarom maak Slim Studeren VO het verschil?

Onze methode sluit aan bij de leefwereld van leerlingen. Docenten houden de regie. De methode is zeer gebruiksvriendelijk. En scholen besparen aanzienlijk veel geld. Minder afval. Minder kosten. Meer grip.

 

Zet de stap naar duurzaam

Wil jij ook af van de jaarlijkse papierberg en wil je bouwen aan een flexibel, groen onderwijssysteem?

Maak dan kennis met Slim Studeren VO. Vraag vandaag nog een demo aan.
Ontdek hoe jij les kunt geven met impact. Voor je leerlingen. Voor het milieu. En voor je schoolbudget.

Deel dit artikel via:

Gerelateerde artikelen

Risico’s van het internet voor jongeren: hoe praat je erover met je leerlingen?

Online pesten, privacyproblemen, sexting of misleidende influencers. Jongeren leven in een digitale wereld vol kansen, maar ook vol risico’s. Jongeren bewegen zich moeiteloos online, maar beseffen niet altijd welke risico’s daarbij horen. Voor docenten ligt hier een belangrijke rol weggelegd: leerlingen begeleiden om kritisch na te denken over hun online gedrag. Maar hoe pak je dat aan in de klas?   Waarom is het zo belangrijk om over internetrisico’s te praten? Veel jongeren overschatten hun eigen online vaardigheden. Ze weten bijvoorbeeld hoe ze TikTok moeten gebruiken, maar ze weten niet altijd wat de gevolgen zijn van wat ze daar posten. Onderzoek laat zien dat jongeren risico’s op het internet vaak pas herkennen als er iets misgaat. Een nare opmerking, cyberpesten, een gedeelde foto of een virale video. Daarom is preventie via gesprek zo krachtig. Praten over internetveiligheid en privacy zorgt ervoor dat leerlingen leren reflecteren vóór er iets misloopt. Dat

Lees meer

Positieve klassensfeer creëren: van regels naar routines en groepsgevoel

Een veilige en positieve klassensfeer creëren is misschien wel de belangrijkste taak van elke docent. Waar leerlingen zich veilig en geaccepteerd voelen, ontstaat er ruimte om te leren en samen te werken. Maar dat gaat niet altijd vanzelf. Pestgedrag, onduidelijke regels of storend gedrag kunnen de harmonie in de klas snel verstoren. Gelukkig zijn er bewezen strategieën om een klas om te vormen tot een hecht en positief team.   Van veel regels naar 5 gouden afspraken Recente onderzoeken bevestigen dat een lange lijst schoolregels vaak averechts werkt. Wanneer er te veel regels zijn, reageren leraren vooral op overtredingen die zij persoonlijk belangrijk vinden, wat leidt tot verschillen in aanpak en frustratie bij leerlingen. Onderzoekers als Archer en Hughes (2011) en Alter en Haydon (2017) benadrukken dat minder regels juist meer duidelijkheid en consistentie opleveren. Ook Gable, Hester, Rock en Hughes (2009) toonden aan dat een beperkt aantal kernregels effectiever

Lees meer

Wat kan je als mentor betekenen voor faalangstige leerlingen?

Iedere mentor krijgt vroeg of laat te maken met leerlingen die blokkeren zodra de druk toeneemt. Denk aan een proefwerkweek, een onverwachte presentatie of een stapel huiswerk die groter lijkt dan normaal. Waar sommige leerlingen dat zien als een uitdaging, schieten faalangstige leerlingen juist in paniek: “Dit gaat mij nooit lukken!” Heb je in je mentorgroep ook leerlingen die in paniek schieten zodra ze wat meer taken krijgen dan ze gewend zijn? Leerlingen die onzeker worden bij nieuwe of extra opdrachten? Zij worstelen vaak met faalangst dat volgens recente onderzoeken bij veel scholieren voorkomt. Bij de begeleiding van deze leerlingen is het belangrijk dat zij stap voor stap een positiever beeld van zichzelf opbouwen (Van Lieshout, 2002). Als mentor kun je daarin een belangrijke rol vervullen.   Een positief zelfbeeld is erg belangrijk Faalangstige leerlingen hebben vaak een negatief beeld van hun eigen kunnen. Ze focussen zich op wat misgaat

Lees meer

Start het schooljaar sterk met het Gouden Weken Pakket!

Bevorder positieve groepsvorming vanaf dag één met dit wetenschappelijk onderbouwde pakket.