De Gouden Weken: Hoe ga je aan de slag met positieve groepsvorming?

De eerste weken na de zomervakantie worden ‘de gouden weken’ genoemd. Na elke vakantie doorloopt een groep bepaalde fasen in het proces van groepsvorming. Je hebt als docent veel invloed op die fasen van groepsvorming. Als je in de eerste weken van het schooljaar voldoende tijd investeert, win je die in de loop van het jaar terug. Tijdens ‘de gouden weken’ wordt de groep gevormd en worden de normen bepaald. Hoe ga je als mentor aan de slag met positieve groepsvorming tijdens ‘de gouden weken’? We geven hierbij tips:

Afwisseling tijdens ‘de gouden weken’

Laat leerlingen niet alleen informatie uitwisselen, maar laat ze ook gewoon dingen/activiteiten doen. Voor een positieve groepsvorming is het belangrijk dat leerlingen samen ervaringen opdoen, zodat er een ‘eigen groepsgeschiedenis’ ontstaat.

Groepsregels tijdens ‘de gouden weken’

Begin tijdens de eerste activiteiten met het opleggen van basisregels. Gaandeweg in het groepsproces kan je de leerlingen betrekken bij het maken van afspraken. Laat leerlingen samen tot een aantal positieve klassenregels komen. Hiermee creëer je draagvlak onder je leerlingen.

Oudercontact tijdens ‘de gouden weken’

Investeer ook in de relatie met de ouders van je leerlingen. Samen met ouders kun je veel meer bereiken. Kennismaken met ouders tijdens ‘de gouden weken’ is een belangrijke succesfactor om de ouderbetrokkenheid te versterken.

Werkvormen tijdens ‘de gouden weken’

Gebruik coöperatieve werkvormen tijdens ‘de gouden weken’. Door deze werkvormen leren leerlingen dat ze samen meer kunnen bereiken dan alleen.

Persoonlijk contact tijdens ‘de gouden weken’

Besteed voldoende persoonlijke aandacht aan je leerlingen, hun thuissituatie, sport en hobby’s. Laat je leerlingen jou kennen door iets persoonlijks over jezelf te vertellen. Voor een positieve groepsvorming moet je aandacht besteden aan de groepsdynamiek in de klas en zul je ook gedurende het hele schooljaar moeten werken aan sociaal-emotionele vaardigheden.

Collega’s tijdens ‘de gouden weken’

Als mentor hoef je niet alles alleen te doen. We hebben allemaal hulp van collega’s nodig en zij die van jou. Informeer hen tijdig over de behoeften van je mentorleerlingen. Je kunt ook bij je collega’s terecht om jouw leerlingen nog beter te leren kennen. Vraag hulp bij collega’s als iets niet lukt of als je iets niet weet.

Ben je op zoek naar lesmateriaal voor mentorlessen?

Slim Studeren VO is een compleet online programma (doorgaande leerlijn) die docenten kunnen gebruiken voor studiebegeleiding van leerlingen, coachuren, burgerschap en loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB). Het aanbod is zo in ingericht dat leerlingen hun kennis en vaardigheden kunnen verbreden en verdiepen op een manier die past bij hun talenten en ambities. Het programma ontzorgt docenten en is zeer compleet, breed inzetbaar eenvoudig in gebruik en wordt regelmatig geactualiseerd.

Je kunt met dit programma tegen een voordelig tarief schoolbreed een vaste basis van effectieve kennis en vaardigheden aanbieden. Leidinggevenden hebben de mogelijkheid om te zien welke onderdelen wel of niet zijn behandeld door docenten. Het programma bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Module vaardigheden: studievaardigheden en sociaal-emotionele vaardigheden
  • Module Mediawijsheid en privacy
  • Module Burgerschap
  • Module Loopbaanoriëntatie (LOB)
  • Toolbox Docent

Vraag een DEMO aan voor meer informatie over Slim Studeren VO.

Deel dit artikel via:

Gerelateerde artikelen

Risico’s van het internet voor jongeren: hoe praat je erover met je leerlingen?

Online pesten, privacyproblemen, sexting of misleidende influencers. Jongeren leven in een digitale wereld vol kansen, maar ook vol risico’s. Jongeren bewegen zich moeiteloos online, maar beseffen niet altijd welke risico’s daarbij horen. Voor docenten ligt hier een belangrijke rol weggelegd: leerlingen begeleiden om kritisch na te denken over hun online gedrag. Maar hoe pak je dat aan in de klas?   Waarom is het zo belangrijk om over internetrisico’s te praten? Veel jongeren overschatten hun eigen online vaardigheden. Ze weten bijvoorbeeld hoe ze TikTok moeten gebruiken, maar ze weten niet altijd wat de gevolgen zijn van wat ze daar posten. Onderzoek laat zien dat jongeren risico’s op het internet vaak pas herkennen als er iets misgaat. Een nare opmerking, cyberpesten, een gedeelde foto of een virale video. Daarom is preventie via gesprek zo krachtig. Praten over internetveiligheid en privacy zorgt ervoor dat leerlingen leren reflecteren vóór er iets misloopt. Dat

Lees meer

Positieve klassensfeer creëren: van regels naar routines en groepsgevoel

Een veilige en positieve klassensfeer creëren is misschien wel de belangrijkste taak van elke docent. Waar leerlingen zich veilig en geaccepteerd voelen, ontstaat er ruimte om te leren en samen te werken. Maar dat gaat niet altijd vanzelf. Pestgedrag, onduidelijke regels of storend gedrag kunnen de harmonie in de klas snel verstoren. Gelukkig zijn er bewezen strategieën om een klas om te vormen tot een hecht en positief team.   Van veel regels naar 5 gouden afspraken Recente onderzoeken bevestigen dat een lange lijst schoolregels vaak averechts werkt. Wanneer er te veel regels zijn, reageren leraren vooral op overtredingen die zij persoonlijk belangrijk vinden, wat leidt tot verschillen in aanpak en frustratie bij leerlingen. Onderzoekers als Archer en Hughes (2011) en Alter en Haydon (2017) benadrukken dat minder regels juist meer duidelijkheid en consistentie opleveren. Ook Gable, Hester, Rock en Hughes (2009) toonden aan dat een beperkt aantal kernregels effectiever

Lees meer

Wat kan je als mentor betekenen voor faalangstige leerlingen?

Iedere mentor krijgt vroeg of laat te maken met leerlingen die blokkeren zodra de druk toeneemt. Denk aan een proefwerkweek, een onverwachte presentatie of een stapel huiswerk die groter lijkt dan normaal. Waar sommige leerlingen dat zien als een uitdaging, schieten faalangstige leerlingen juist in paniek: “Dit gaat mij nooit lukken!” Heb je in je mentorgroep ook leerlingen die in paniek schieten zodra ze wat meer taken krijgen dan ze gewend zijn? Leerlingen die onzeker worden bij nieuwe of extra opdrachten? Zij worstelen vaak met faalangst dat volgens recente onderzoeken bij veel scholieren voorkomt. Bij de begeleiding van deze leerlingen is het belangrijk dat zij stap voor stap een positiever beeld van zichzelf opbouwen (Van Lieshout, 2002). Als mentor kun je daarin een belangrijke rol vervullen.   Een positief zelfbeeld is erg belangrijk Faalangstige leerlingen hebben vaak een negatief beeld van hun eigen kunnen. Ze focussen zich op wat misgaat

Lees meer