Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat snellezen ten koste gaat van tekstbegrip. Er worden trainingen en zelfs methodes aan leraren en leerlingen aangeboden waarin wordt beweerd dat snellezen en snel leren belangrijke studievaardigheden zijn. Echter blijkt uit wetenschappelijk onderzoek dat dit onzin is. Op het gebied van leren gaat snelheid altijd ten koste van begrip. Er bestaat geen wondermethode om leerlingen sneller te laten lezen en te leren met behoud van tekstbegrip. Leerlingen kunnen na een cursus snellezen en snel leren wel sneller door een tekst heen, maar ze begrijpen er weinig van. In dit artikel gaan we kort uitleggen waarom snellezen en snel leren onzin is.
Wetenschappelijk onderzoek naar snellezen
Verschillende onderzoekers hebben onderzocht welk effect snellezen heeft op tekstbegrip. Volgens de onderzoekers Rayner et al. (2016) en Baddeley (2003) heeft snellezen geen positief effect op tekstbegrip. Als het gaat om het volledig begrijpen van een tekst, heeft snellezen minder effect bij snellezen (Rayner et al., 2016). Oefenen met snellezen heeft in principe invloed op woordherkenning (Rayner et al., 2016). Linda de Leeuw promoveerde in 2015 aan de Radboud Universiteit op haar onderzoek ‘Understanding reading comprehension processes across the primary grades’. Ook uit dit onderzoek bleek dat snellezen contraproductief is voor het tekstbegrip. “Ik kan snellezen dan ook niet promoten, zeker niet bij kinderen,” aldus Linda de Leeuw.
Sneller lezen en snel leren niet per definitie beter
Een training snellezen en snel leren klinkt als een soort magische gave, maar wees als leraar en ouder kritisch. Onderzoekers stellen dat leestempo te veel aandacht krijgt in het onderwijs, waardoor leraren, leerlingen en ouders kunnen denken dat snelheid het belangrijkst is. Laat je dan ook niet misleiden door cursussen en trainingen over snellezen en snel leren. Check altijd eerst of je te maken hebt met een effectieve leerstrategie.
Bronnen
Baddeley, A. (2003). Working Memory and Language: An Overview. Journal of Communication Disorders, May 2003, Vol.36(3), pp.189-208.
Benedetto, S., Carbone, A., Pedrotti, M., Le Fevre, K., Bey, L. A. Y., & Baccino, T. (2015). Rapid serial visual presentation in reading: The case of Spritz. Computers in Human Behavior, 45, 352-358.
Daneman, M. & Carpenter P. A. (1980). Individual differences in working memory and reading. Journal of Verbal Learning and Verbal Behavior. Volume 19, Issue 4, August 1980, Pages 450-466.
Koning, L. (2018). Mag het ietsje minder snel? Racelezen versus redzaamheidslezen. Tijdschrift Voor Remedial Teaching, 26(4), 8–9.
Leeuw, L.C.de (2015), Understanding reading comprehension processes across the primary grades. Radboud University Nijmijgen.
Rayner, K., Schotter, E. R., Masson, M. E. J., Potter, M. C., & Treiman, R. (2016). So muchto read, so little time: How do we read, and can speed reading help? Psychological Science in the Public Interest, 17(1), 4-34.