Het puberbrein beter begrijpen

Het puberbrein beter begrijpen

Elke docent herkent het: de leerling die plots boos wordt om iets kleins, de ander die zucht bij elk woord dat je zegt en die ene die zijn huiswerk alweer is vergeten. Irritant? Soms. Verwarrend? Zeker. Maar vooral: typisch pubergedrag. Wat zich afspeelt in het puberbrein is één van de meest indrukwekkende en dynamische processen in de menselijke ontwikkeling. En je staat als docent er precies middenin.

 

Wat gebeurt er in het puberbrein?

Tijdens de puberteit verandert het brein ingrijpend: hersengebieden ontwikkelen zich in verschillend tempo, verbindingen tussen neuronen worden versterkt of juist afgebroken. Vooral de prefrontale cortex, het gebied waarmee pubers plannen, remmen en redeneren, ontwikkelt zich langzaam. Tegelijkertijd draait het emotionele systeem op volle toeren. Daardoor reageren pubers sneller vanuit gevoel dan vanuit logica. Onderzoek van Eveline Crone (Universiteit Leiden) laat zien dat jongeren in deze fase extra gevoelig zijn voor beloning, status en sociale aandacht. Uit het Amerikaanse ABCD-project (Adolescent Brain Cognitive Development Study), geleid door Nora Volkow, blijkt dat het puberbrein sterk geactiveerd wordt door feedback van leeftijdsgenoten. Het onderzoek volgde meer dan 10.000 jongeren over een langere periode en maakte gebruik van hersenscans, gedragsmetingen en interviews. Tijdens het onderzoek viel op dat als pubers een compliment of ‘like’ krijgen van een leeftijdsgenoot, de reactie veel sterker binnenkomt in de beloningsgebieden van hun brein dan bij volwassenen. De hersenen interpreteren deze sociale feedback als iets waardevols. Hierdoor zoeken pubers actief naar bevestiging, vooral van leeftijdsgenoten.

 

Sociale media als sociale leerschool

Pubers brengen veel tijd door op sociale media. Daar oefenen ze met hun identiteit, vergelijken ze zichzelf met anderen en krijgen ze directe feedback: likes, reacties of juist stilte.

Sommigen zijn vooral toeschouwers. Ze scrollen, kijken en vergelijken. Anderen zijn actief en posten filmpjes, selfies of verhalen. Die reacties van volgers zeggen iets over hoe ze overkomen bij anderen en vormen dus als een soort spiegel. Jij ziet dat terug in hun gedrag: een leerling die zich terugtrekt na negatieve online opmerkingen. Of juist eentje die in de klas steeds de lachers op zijn hand wil.

Daarnaast volgen pubers influencers. Ze spiegelen zich aan hen, leren wat ‘past’ bij bepaalde rollen en proberen uit wie ze willen zijn. Sommige pubers proberen zelf influencer te worden, door content te maken en volgers te verzamelen. Sociale media zijn dus niet alleen ontspanning, maar ook een vorm van identiteitsvorming.

 

Groepsdruk en vriendschappen

In de puberteit schuift de aandacht van ouders naar leeftijdsgenoten. Pubers zoeken houvast bij hun vrienden. Dat geeft ze een gevoel van veiligheid en erbij horen. En om bij de groep te horen, proberen ze soms nieuwe dingen uit: opvallende kleding, ander gedrag of nieuwe interesses.

Dat is niet altijd negatief. Vrienden kunnen elkaar motiveren om meer te sporten of beter hun best te doen op school. Echter kan groepsdruk ook zorgen voor risicovol gedrag: bijvoorbeeld vapen, omdat anderen het doen of meedoen aan online challenges zonder goed na te denken.

 

Games, muziek en media: meer dan afleiding

Misschien lijkt het alsof pubers vooral op een scherm zitten. Echter gebruiken ze die media vaak om te ontspannen, contact te maken of zichzelf uit te drukken.

  • Games zijn voor veel pubers een sociale activiteit. Ze overleggen, lachen en maken contact met leeftijdsgenoten.
  • Muziek helpt hen om emoties te verwerken of om hun eigen stijl te ontwikkelen. Via hun favoriete artiest onderscheiden ze zich.
  • Series en films:  ze kijken vaak samen met anderen om erover te praten. Door dezelfde series te volgen, ontstaat een gedeelde beleving. Het biedt houvast in gesprekken, vergroot het groepsgevoel en geeft ze iets ‘om bij te horen’. Daarbij gebruiken pubers series ook om zichzelf te spiegelen aan personages: “Zo wil ik zijn” of juist: “Zo wil ik absoluut niet overkomen.” Die identificatie helpt bij het vormen van een eigen identiteit.

 

Wat kun jij als docent doen?
  1. Praat over mediagebruik

Maak sociale media bespreekbaar. Vraag waar ze naar kijken, wie ze volgen of welke games ze spelen. Daarmee toon je interesse en ontdek je wat hen bezighoudt.

  1. Versterk hun zelfvertrouwen

Leerlingen met zelfvertrouwen zijn minder gevoelig voor groepsdruk. Geef oprechte complimenten, geef ze verantwoordelijkheid en laat merken dat hun mening ertoe doet.

  1. Stimuleer reflectie

Laat leerlingen nadenken over wie ze zijn, online én offline. Een creatieve opdracht over ‘jezelf online’ of een klassengesprek over influencers kan verrassend veel opleveren.

  1. Geef duidelijke kaders

Pubers hebben behoefte aan structuur. Wees duidelijk over verwachtingen en afspraken. Bijvoorbeeld: geen telefoons tijdens een uitlegmoment. Geef ze ook ruimte voor gesprek en eigen inbreng.

 

En jij?

Jij staat dagelijks midden in deze wereld vol prikkels, groeiprocessen en sociale dynamiek. Je ziet pubers die hun grenzen opzoeken, nieuwe dingen uitproberen, vallen en weer opstaan. Dat is soms vermoeiend, maar ook waardevol. Want wat jij zegt of doet, kan lang blijven hangen.

Ook al lijkt het alsof ze niet luisteren: ze kijken wél naar jou en naar elkaar. En ze kijken naar de wereld: zowel op het scherm als daarbuiten.

Deel dit artikel via:

Gerelateerde artikelen

Risico’s van het internet voor jongeren: hoe praat je erover met je leerlingen?

Online pesten, privacyproblemen, sexting of misleidende influencers. Jongeren leven in een digitale wereld vol kansen, maar ook vol risico’s. Jongeren bewegen zich moeiteloos online, maar beseffen niet altijd welke risico’s daarbij horen. Voor docenten ligt hier een belangrijke rol weggelegd: leerlingen begeleiden om kritisch na te denken over hun online gedrag. Maar hoe pak je dat aan in de klas?   Waarom is het zo belangrijk om over internetrisico’s te praten? Veel jongeren overschatten hun eigen online vaardigheden. Ze weten bijvoorbeeld hoe ze TikTok moeten gebruiken, maar ze weten niet altijd wat de gevolgen zijn van wat ze daar posten. Onderzoek laat zien dat jongeren risico’s op het internet vaak pas herkennen als er iets misgaat. Een nare opmerking, cyberpesten, een gedeelde foto of een virale video. Daarom is preventie via gesprek zo krachtig. Praten over internetveiligheid en privacy zorgt ervoor dat leerlingen leren reflecteren vóór er iets misloopt. Dat

Lees meer

Positieve klassensfeer creëren: van regels naar routines en groepsgevoel

Een veilige en positieve klassensfeer creëren is misschien wel de belangrijkste taak van elke docent. Waar leerlingen zich veilig en geaccepteerd voelen, ontstaat er ruimte om te leren en samen te werken. Maar dat gaat niet altijd vanzelf. Pestgedrag, onduidelijke regels of storend gedrag kunnen de harmonie in de klas snel verstoren. Gelukkig zijn er bewezen strategieën om een klas om te vormen tot een hecht en positief team.   Van veel regels naar 5 gouden afspraken Recente onderzoeken bevestigen dat een lange lijst schoolregels vaak averechts werkt. Wanneer er te veel regels zijn, reageren leraren vooral op overtredingen die zij persoonlijk belangrijk vinden, wat leidt tot verschillen in aanpak en frustratie bij leerlingen. Onderzoekers als Archer en Hughes (2011) en Alter en Haydon (2017) benadrukken dat minder regels juist meer duidelijkheid en consistentie opleveren. Ook Gable, Hester, Rock en Hughes (2009) toonden aan dat een beperkt aantal kernregels effectiever

Lees meer

Wat kan je als mentor betekenen voor faalangstige leerlingen?

Iedere mentor krijgt vroeg of laat te maken met leerlingen die blokkeren zodra de druk toeneemt. Denk aan een proefwerkweek, een onverwachte presentatie of een stapel huiswerk die groter lijkt dan normaal. Waar sommige leerlingen dat zien als een uitdaging, schieten faalangstige leerlingen juist in paniek: “Dit gaat mij nooit lukken!” Heb je in je mentorgroep ook leerlingen die in paniek schieten zodra ze wat meer taken krijgen dan ze gewend zijn? Leerlingen die onzeker worden bij nieuwe of extra opdrachten? Zij worstelen vaak met faalangst dat volgens recente onderzoeken bij veel scholieren voorkomt. Bij de begeleiding van deze leerlingen is het belangrijk dat zij stap voor stap een positiever beeld van zichzelf opbouwen (Van Lieshout, 2002). Als mentor kun je daarin een belangrijke rol vervullen.   Een positief zelfbeeld is erg belangrijk Faalangstige leerlingen hebben vaak een negatief beeld van hun eigen kunnen. Ze focussen zich op wat misgaat

Lees meer

Start het schooljaar sterk met het Gouden Weken Pakket!

Bevorder positieve groepsvorming vanaf dag één met dit wetenschappelijk onderbouwde pakket.