In principe zou elke docent in het vo mentor moeten kunnen zijn, omdat docenten moeten voldoen aan de eisen voor bekwaamheid. Deze bekwaamheidseisen zijn vastgelegd in het besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel. Voor een mentor zijn de pedagogische bekwaamheidseisen een must. De pedagogische bekwaamheidseisen leggen extra focus op het leren van de leerling. Een mentor die niet volledig voldoet aan de pedagogische bekwaamheidseisen, moet wel de gelegenheid krijgen om deze aan te leren. Het mentorschap doet een bijzonder appel op docenten.
Pedagogische bekwaamheid van de mentor
Pedagogische bekwaamheid van de mentor/coach betekent het volgende:
- Een mentor in het vo moet groepsprocessen kunnen sturen en begeleiden;
- Een mentor in het vo kan het zelfvertrouwen van zijn/haar mentorleerlingen stimuleren, hen aanmoedigen en motiveren;
- Een mentor in het vo moet de ontwikkeling van zijn/haar mentorleerlingen kunnen volgen in hun leren en gedrag en daarop zijn/haar handelen kunnen afstemmen;
- Een mentor in het vo moet bijdragen aan de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van zijn/haar mentorleerlingen;
- Een mentor in het vo moet bijdragen aan de burgerschapsvorming en de ontwikkeling van zijn/haar mentorleerlingen tot zelfstandige en verantwoordelijke volwassenen;
- Een mentor in het vo moet met een ontwikkelingsgerichte en professionele werkwijze en in samenwerking met zijn/haar collega’s een veilig, ondersteunend en stimulerend leerklimaat voor zijn/haar mentorleerlingen kunnen realiseren;
- Een mentor in het vo moet zijn/haar pedagogische handelen kunnen afstemmen met zijn/haar collega’s en met anderen (bv. ouders);
- Een mentor in het vo kan gedragsproblemen, ontwikkelingsproblemen en gedragsstoornissen signaleren en indien nodig in samenwerking met collega’s oplossingen zoeken;
- Een mentor in het vo moet zijn/haar aanpak blijven aanpassen aan de tijd.
Bron
Rijksoverheid