Bekwaamheid van de mentor

Dag van de Leraar

In principe zou elke docent in het vo mentor moeten kunnen zijn, omdat docenten moeten voldoen aan de eisen voor bekwaamheid. Deze bekwaamheidseisen zijn vastgelegd in het besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel. Voor een mentor zijn de pedagogische bekwaamheidseisen een must. De pedagogische bekwaamheidseisen leggen extra focus op het leren van de leerling. Een mentor die niet volledig voldoet aan de pedagogische bekwaamheidseisen, moet wel de gelegenheid krijgen om deze aan te leren. Het mentorschap doet een bijzonder appel op docenten.

Pedagogische bekwaamheid van de mentor

Pedagogische bekwaamheid van de mentor/coach betekent het volgende:

  • Een mentor in het vo moet groepsprocessen kunnen sturen en begeleiden;
  • Een mentor in het vo kan het zelfvertrouwen van zijn/haar mentorleerlingen stimuleren, hen aanmoedigen en motiveren;
  • Een mentor in het vo moet de ontwikkeling van zijn/haar mentorleerlingen kunnen volgen in hun leren en gedrag en daarop zijn/haar handelen kunnen afstemmen;
  • Een mentor in het vo moet bijdragen aan de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van zijn/haar mentorleerlingen;
  • Een mentor in het vo moet bijdragen aan de burgerschapsvorming en de ontwikkeling van zijn/haar mentorleerlingen tot zelfstandige en verantwoordelijke volwassenen;
  • Een mentor in het vo moet met een ontwikkelingsgerichte en professionele werkwijze en in samenwerking met zijn/haar collega’s een veilig, ondersteunend en stimulerend leerklimaat voor zijn/haar mentorleerlingen kunnen realiseren;
  • Een mentor in het vo moet zijn/haar pedagogische handelen kunnen afstemmen met zijn/haar collega’s en met anderen (bv. ouders);
  • Een mentor in het vo kan gedragsproblemen, ontwikkelingsproblemen en gedragsstoornissen signaleren en indien nodig in samenwerking met collega’s oplossingen zoeken;
  • Een mentor in het vo moet zijn/haar aanpak blijven aanpassen aan de tijd.

Bron

Rijksoverheid

 

Deel dit artikel via:

Gerelateerde artikelen

Risico’s van het internet voor jongeren: hoe praat je erover met je leerlingen?

Online pesten, privacyproblemen, sexting of misleidende influencers. Jongeren leven in een digitale wereld vol kansen, maar ook vol risico’s. Jongeren bewegen zich moeiteloos online, maar beseffen niet altijd welke risico’s daarbij horen. Voor docenten ligt hier een belangrijke rol weggelegd: leerlingen begeleiden om kritisch na te denken over hun online gedrag. Maar hoe pak je dat aan in de klas?   Waarom is het zo belangrijk om over internetrisico’s te praten? Veel jongeren overschatten hun eigen online vaardigheden. Ze weten bijvoorbeeld hoe ze TikTok moeten gebruiken, maar ze weten niet altijd wat de gevolgen zijn van wat ze daar posten. Onderzoek laat zien dat jongeren risico’s op het internet vaak pas herkennen als er iets misgaat. Een nare opmerking, cyberpesten, een gedeelde foto of een virale video. Daarom is preventie via gesprek zo krachtig. Praten over internetveiligheid en privacy zorgt ervoor dat leerlingen leren reflecteren vóór er iets misloopt. Dat

Lees meer

Positieve klassensfeer creëren: van regels naar routines en groepsgevoel

Een veilige en positieve klassensfeer creëren is misschien wel de belangrijkste taak van elke docent. Waar leerlingen zich veilig en geaccepteerd voelen, ontstaat er ruimte om te leren en samen te werken. Maar dat gaat niet altijd vanzelf. Pestgedrag, onduidelijke regels of storend gedrag kunnen de harmonie in de klas snel verstoren. Gelukkig zijn er bewezen strategieën om een klas om te vormen tot een hecht en positief team.   Van veel regels naar 5 gouden afspraken Recente onderzoeken bevestigen dat een lange lijst schoolregels vaak averechts werkt. Wanneer er te veel regels zijn, reageren leraren vooral op overtredingen die zij persoonlijk belangrijk vinden, wat leidt tot verschillen in aanpak en frustratie bij leerlingen. Onderzoekers als Archer en Hughes (2011) en Alter en Haydon (2017) benadrukken dat minder regels juist meer duidelijkheid en consistentie opleveren. Ook Gable, Hester, Rock en Hughes (2009) toonden aan dat een beperkt aantal kernregels effectiever

Lees meer

Wat kan je als mentor betekenen voor faalangstige leerlingen?

Iedere mentor krijgt vroeg of laat te maken met leerlingen die blokkeren zodra de druk toeneemt. Denk aan een proefwerkweek, een onverwachte presentatie of een stapel huiswerk die groter lijkt dan normaal. Waar sommige leerlingen dat zien als een uitdaging, schieten faalangstige leerlingen juist in paniek: “Dit gaat mij nooit lukken!” Heb je in je mentorgroep ook leerlingen die in paniek schieten zodra ze wat meer taken krijgen dan ze gewend zijn? Leerlingen die onzeker worden bij nieuwe of extra opdrachten? Zij worstelen vaak met faalangst dat volgens recente onderzoeken bij veel scholieren voorkomt. Bij de begeleiding van deze leerlingen is het belangrijk dat zij stap voor stap een positiever beeld van zichzelf opbouwen (Van Lieshout, 2002). Als mentor kun je daarin een belangrijke rol vervullen.   Een positief zelfbeeld is erg belangrijk Faalangstige leerlingen hebben vaak een negatief beeld van hun eigen kunnen. Ze focussen zich op wat misgaat

Lees meer

Start het schooljaar sterk met het Gouden Weken Pakket!

Bevorder positieve groepsvorming vanaf dag één met dit wetenschappelijk onderbouwde pakket.