Het belang van studievaardigheden in de bovenbouw: Waarom mogen deze vaardigheden niet ontbreken?

Het belang van studievaardigheden in de bovenbouw

In de bovenbouw van het voortgezet onderwijs ligt de nadruk op toetsen, cijfers, examens en studiekeuzes. Maar één belangrijk onderdeel krijgt te weinig aandacht: studievaardigheden.
Het belang van studievaardigheden in de bovenbouw wordt vaak onderschat. Veel scholen en docenten gaan ervan uit dat leerlingen inmiddels weten hoe ze effectief moeten leren en dat is een misverstand. Juist in deze fase hebben leerlingen begeleiding nodig bij hun leerproces. Dit versterkt hun zelfvertrouwen, motivatie en prestaties.

Studievaardigheden komen niet vanzelf

In de bovenbouw wordt verwacht dat leerlingen zelfstandig kunnen plannen, hoofd- van bijzaken kunnen onderscheiden en doelgericht kunnen leren. Onderzoek laat zien dat deze vaardigheden vaak ontbreken bij veel leerlingen in de bovenbouw. Leerlingen gebruiken leerstrategieën die weinig opleveren, terwijl ze denken dat ze goed bezig zijn. Zonder begeleiding blijven ze hangen in ineffectieve routines.

Wetenschappelijke inzichten over effectief leren
Dunlosky (2013): Populaire methoden zijn vaak ineffectief

John Dunlosky toonde aan dat strategieën als herlezen en onderstrepen weinig effect hebben. Effectievere technieken, zoals retrieval practice, gespreid leren en interleaving, leiden tot beter begrip en langere kennisopslag. Retrieval practice helpt je om actief informatie op te halen, gespreid leren zorgt voor duurzame opslag, en interleaving verbetert je inzicht in verschillende soorten leerstof. Volgens Dunlosky (2013) en de Bjorks (2011) versterkt actief herinneren de verbindingen in je hersenen. Hierdoor onthoud je informatie beter én langer. Gespreid leren zorgt ervoor dat je je hersenen telkens opnieuw moet activeren. Dat maakt het leren zwaarder, maar ook effectiever (Dunlosky, 2013; Cepeda et al., 2006). Toch gebruiken leerlingen deze methoden nauwelijks.

Weinstein & Sumeracki (2016): Leren leren

Onderzoekers Cynthia Weinstein en Megan Sumeracki benadrukken dat leerlingen effectieve strategieën moeten aanleren. Zonder begeleiding gebruiken leerlingen deze technieken zelden.

Kirschner (2018): Zelfregulatie vereist training

Paul A. Kirschner stelt dat leerlingen pas zelfstandig kunnen leren als ze begrijpen wat ze moeten doen en hoe. Zelfregulatie vraagt om bewuste training. Dit begint op school.

Bjork & Bjork (2011): Desirable difficulties

De onderzoekers Robert en Elizabeth Bjork introduceerden het begrip desirable difficulties: leerstrategieën die meer inspanning vragen, maar beter werken. Denk aan zelftoetsen of verspreid leren. Afwisseling dwingt je om actief na te denken over wat je precies moet doen. Daardoor maak je betere onderscheidingen tussen concepten en raak je minder snel in een automatische piloot (Rohrer & Taylor, 2007). Leerlingen vermijden dit vaak, tenzij ze hierin getraind worden.

Overgang naar vervolgonderwijs: Het zichtbare knelpunt

Studievaardigheden zijn niet alleen belangrijk voor succes in de bovenbouw. Ze vormen de brug naar het vervolgonderwijs. De overstap van voortgezet onderwijs naar mbo of hbo gaat niet alleen over moeilijkere lesstof, maar ook over meer zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid en complexe opdrachten. Juist daar vallen veel leerlingen uit.

Leerlingen die in de bovenbouw onvoldoende hebben geoefend met plannen, informatie verwerken, zelfstandig werken of samenwerken, ervaren de overgang als een grote sprong. Zonder stevige basis in studievaardigheden raken ze sneller het overzicht kwijt, stellen ze taken uit en neemt hun motivatie af.

Of het nu gaat om een vmbo-leerling die in het mbo plots zelf zijn stages moet regelen, of een havist die in het hbo wekelijks projectwerk moet plannen en presenteren — in beide gevallen geldt: wie geen goede studievaardigheden heeft ontwikkeld, komt eerder in de problemen.

Van vmbo naar mbo: Een sprong in het diepe

Veel vmbo-leerlingen ervaren de overstap naar het mbo als ingrijpend. Volgens het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA, 2023) geeft 30% van de mbo-studenten in het eerste jaar aan moeite te hebben met het nieuwe niveau van zelfstandigheid of ze zijn ontevreden over hun opleidingskeuze.

Dit heeft grote gevolgen, want jaarlijks stopt bijna 20% van de mbo-studenten voortijdig.
Belangrijke oorzaken daarvan zijn:

  • Onvoldoende voorbereiding op beroepsspecifieke vaardigheden;
  • Weinig kennis over wat een mbo-opleiding inhoudt;
  • Een gebrek aan zelfregulatie, zoals plannen en zelfstandig werken.

De cijfers maken duidelijk dat de overgang beter kan. Door al in de bovenbouw van het vmbo aandacht te besteden aan studievaardigheden, kunnen leerlingen met meer vertrouwen en structuur hun mbo-opleiding starten.

Van havo naar hbo: Inhoud én aanpak veranderen

Ook de overstap van havo naar hbo is voor veel leerlingen uitdagend. In een onderzoek van de Hogeschool van Amsterdam (2022) gaf 60% van de eerstejaars aan niet goed voorbereid te zijn op de manier van werken in het hbo. Problemen ontstonden vooral op het gebied van zelfstandigheid, samenwerken en tijdsmanagement.

Het Kohnstamm Instituut (2022) concludeerde dat scholen die structureel aandacht besteden aan studievaardigheden, zoals plannen, kritisch lezen en notities maken, betere doorstroomcijfers hebben. Leerlingen die tijdens hun havo-periode deze vaardigheden oefenen, ervaren de overstap als minder groot.

Een succesvolle aanpak werd getest in een pilot van hogeschool Windesheim (2023). Havo-leerlingen volgden wekelijks werkcolleges gericht op studievaardigheden, zoals samenwerken en effectief studeren. De resultaten waren veelbelovend: deelnemers presteerden gemiddeld beter in hun eerste hbo-jaar dan andere studenten.

Nieuwe beleidsontwikkelingen versterken deze boodschap

De Monitor Basisvaardigheden (OCW, 2024) benadrukt dat leerlingen in het voortgezet onderwijs meer hulp nodig hebben bij het ontwikkelen van basisvaardigheden, waaronder studievaardigheden. Uitval en tegenvallende resultaten hangen vaak samen met onvoldoende voorbereiding op zelfstandig leren.

Ook de VO-raad (2024) waarschuwt dat leerlingen nog steeds moeite hebben met vaardigheden als plannen en informatie verwerken. Ondanks een voorzichtige verbetering sinds corona blijft de noodzaak groot.

Wat kunnen scholen doen?
  • Integreer studievaardigheden structureel in de bovenbouw.
  • Laat leerlingen oefenen met plannen, reflecteren, informatie verwerken en zelfstandig werken.
  • Werk samen met vervolgonderwijs, zodat leerlingen realistische verwachtingen ontwikkelen.

 

Studievaardigheden maken het verschil

Het belang van studievaardigheden in de bovenbouw wordt steeds duidelijker. Wetenschappelijke inzichten, praktijkvoorbeelden én recente cijfers uit het mbo en hbo wijzen in dezelfde richting. Leerlingen leren niet vanzelf hoe ze moeten leren. Scholen die daarin investeren, vergroten de kans op succes op school, in het vervolgonderwijs én in de toekomst. Wil je als school leerlingen beter voorbereiden op hun vervolgopleiding? Begin met aandacht voor studievaardigheden. Niet morgen, maar vandaag.

Zet studievaardigheden op de kaart met het modulair programma Slim Studeren VO

Dé praktische en complete oplossing voor scholen die het leren leren serieus nemen.

Wil je als school structureel aandacht besteden aan studievaardigheden in de bovenbouw, zonder dat het extra werk oplevert voor docenten?

Slim Studeren VO biedt alles wat je nodig hebt — overzichtelijk, effectief en direct inzetbaar.

  • Kant-en-klare lessen
    Van plannen tot informatie verwerken, van kritisch lezen tot samenwerken: elke les is volledig uitgewerkt, direct toepasbaar en gebaseerd op bewezen effectieve strategieën.
  • Gebruiksvriendelijk voor docenten én leerlingen
    Mentoren en vakdocenten hebben weinig voorbereiding nodig. Leerlingen kunnen zelfstandig aan de slag, in de klas of thuis.
  • Volg de voortgang in één overzichtelijk dashboard
    Monitor waar je klas staat, bekijk individuele voortgang en speel in op wat leerlingen nodig hebben.
  • Flexibel en aanpasbaar
    Voeg eenvoudig eigen lesmateriaal toe, koppel de methode aan vakinhoud en sluit aan op wat leeft in jouw school.

 

Slim Studeren VO is meer dan een lesmethode. Het is een investering in het studiesucces van jouw leerlingen.

Vraag vandaag nog een demo aan en ontdek hoe jouw school het verschil kan maken met Slim Studeren VO.

Leren leren begint hier!

Deel dit artikel via:

Gerelateerde artikelen

Risico’s van het internet voor jongeren: hoe praat je erover met je leerlingen?

Online pesten, privacyproblemen, sexting of misleidende influencers. Jongeren leven in een digitale wereld vol kansen, maar ook vol risico’s. Jongeren bewegen zich moeiteloos online, maar beseffen niet altijd welke risico’s daarbij horen. Voor docenten ligt hier een belangrijke rol weggelegd: leerlingen begeleiden om kritisch na te denken over hun online gedrag. Maar hoe pak je dat aan in de klas?   Waarom is het zo belangrijk om over internetrisico’s te praten? Veel jongeren overschatten hun eigen online vaardigheden. Ze weten bijvoorbeeld hoe ze TikTok moeten gebruiken, maar ze weten niet altijd wat de gevolgen zijn van wat ze daar posten. Onderzoek laat zien dat jongeren risico’s op het internet vaak pas herkennen als er iets misgaat. Een nare opmerking, cyberpesten, een gedeelde foto of een virale video. Daarom is preventie via gesprek zo krachtig. Praten over internetveiligheid en privacy zorgt ervoor dat leerlingen leren reflecteren vóór er iets misloopt. Dat

Lees meer

Positieve klassensfeer creëren: van regels naar routines en groepsgevoel

Een veilige en positieve klassensfeer creëren is misschien wel de belangrijkste taak van elke docent. Waar leerlingen zich veilig en geaccepteerd voelen, ontstaat er ruimte om te leren en samen te werken. Maar dat gaat niet altijd vanzelf. Pestgedrag, onduidelijke regels of storend gedrag kunnen de harmonie in de klas snel verstoren. Gelukkig zijn er bewezen strategieën om een klas om te vormen tot een hecht en positief team.   Van veel regels naar 5 gouden afspraken Recente onderzoeken bevestigen dat een lange lijst schoolregels vaak averechts werkt. Wanneer er te veel regels zijn, reageren leraren vooral op overtredingen die zij persoonlijk belangrijk vinden, wat leidt tot verschillen in aanpak en frustratie bij leerlingen. Onderzoekers als Archer en Hughes (2011) en Alter en Haydon (2017) benadrukken dat minder regels juist meer duidelijkheid en consistentie opleveren. Ook Gable, Hester, Rock en Hughes (2009) toonden aan dat een beperkt aantal kernregels effectiever

Lees meer

Wat kan je als mentor betekenen voor faalangstige leerlingen?

Iedere mentor krijgt vroeg of laat te maken met leerlingen die blokkeren zodra de druk toeneemt. Denk aan een proefwerkweek, een onverwachte presentatie of een stapel huiswerk die groter lijkt dan normaal. Waar sommige leerlingen dat zien als een uitdaging, schieten faalangstige leerlingen juist in paniek: “Dit gaat mij nooit lukken!” Heb je in je mentorgroep ook leerlingen die in paniek schieten zodra ze wat meer taken krijgen dan ze gewend zijn? Leerlingen die onzeker worden bij nieuwe of extra opdrachten? Zij worstelen vaak met faalangst dat volgens recente onderzoeken bij veel scholieren voorkomt. Bij de begeleiding van deze leerlingen is het belangrijk dat zij stap voor stap een positiever beeld van zichzelf opbouwen (Van Lieshout, 2002). Als mentor kun je daarin een belangrijke rol vervullen.   Een positief zelfbeeld is erg belangrijk Faalangstige leerlingen hebben vaak een negatief beeld van hun eigen kunnen. Ze focussen zich op wat misgaat

Lees meer

Start het schooljaar sterk met het Gouden Weken Pakket!

Bevorder positieve groepsvorming vanaf dag één met dit wetenschappelijk onderbouwde pakket.